Ooit gehoord van imposter syndroom?

Het goede nieuws: iets wat je jezelf hebt aangepraat en wijs gemaakt kun je weer afleren en vervangen door helpende gedachten (neuroplasticiteit van het brein).

  • Angst om fouten te maken wordt: fouten maken mag.
  • Angst om door de mand te vallen wordt: ik doe mijn best en meer dan dat kan ik niet doen.
  • Angst om te falen wordt: falen bestaat niet, je hebt er op zijn minst iets van geleerd.

Nu hoor ik je denken ‘ja, duh…. dat WEET ik wel en vertel ik mezelf ook als ik het zwaar heb’.

Natuurlijk kun je keer op keer omdenken, mindfull die gedachten als wolkjes voorbij laten drijven en je kunt affirmaties en mantra’s opzeggen tot je een ons weegt. Maar VOEL je dan dat wat je diep van binnen wel weet?
Daar zit ‘m de crux.

Herken je dit?

Ik verstijf van angst op belangrijke momenten, zoals black-outs bij sollicitaties en presentaties (bevriezen).
Het moment dat ik faal gaat er komen, I’m out of here. Ik begin er liever niet eens aan (vluchten).
De ploeterende perfectionist denkt: ik moet me bewijzen, op wilskracht ga ik tot het gaatje, ik zal niet falen (vechten).

En vervolgens komt de innerlijke criticus nog gezellig langs: Wie ben jij nu? Dat kan jij niet. Zet een stap harder of stop er maar mee.
En dan is de cirkel dan rond. Twijfel, meer twijfel, overspannenheid en/of chicken out.

My story…

En nu?
Ik doe. Ik probeer. Ik leer. Ik val. Ik sta op. Ik vergroot mijn comfortzone. Ik ben mild naar mezelf. Aanzienlijk minder headtalk en innerlijke dialogen.
En dat voelt goed!